Onlangs kwam Joyce Meyer naar Rotterdam en in de berichtgeving daarover stond dat ze ‘het welvaartsevangelie’ predikt. In twee van de artikelen daarover kwam ik de term ‘leven en overvloed’ tegen. Dit is gebaseerd op een Bijbeltekst, maar wat wordt met deze uitdrukking eigenlijk bedoeld? Gaat deze ‘overvloed’ over welvaart in ons aardse bestaan, zoals al jaren door de welvaartspredikers onderwezen wordt?
De woorden ‘leven en overvloed’ komen uit Johannes 10:10. In vers 11 spreekt de Heere Jezus de welbekende woorden: “Ik ben de Goede Herder”. Hij spreekt tot de Joden en in de eerste vijf verzen legt de Heere Jezus uit waarin de herder zich onderscheidt van de dief, de moordenaar en de vreemde. Ten eerste kun je de herder herkennen aan het feit dat hij door de deur de stal binnengaat en ten tweede aan het feit dat de schapen naar zijn stem luisteren.
Wanneer de Joden Hem niet begrijpen, geeft Hij een dubbele toelichting. Ten eerste dat Hij Zelf de Deur der schapen is en ten tweede dat Hij Zelf de Goede Herder is. Ten opzichte van de schapen is Hij de Deur waardoor zij in- en uitgaan. Ten opzichte van de dieven en moordenaars is Hij de Goede Herder die voor Zijn schapen zorgt.

Johannes 10:7-10
Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de Deur voor de schapen. Allen die vóór Mij gekomen zijn, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.

Het hebben van ‘overvloed’ moet dan ook in die context bekeken worden. Namelijk samenhangend met redding en eeuwig leven. Dat is dus geen aardse overvloed maar een geestelijke overvloed. En dat we overvloed hebben ontvangen met het eeuwige leven, is ons niet onbekend. We spreken dan ook over ‘geestelijke zegeningen’ die we in Christus hebben ontvangen. Te denken valt aan de gave van de Heilige Geest waardoor wij God kunnen dienen en de heerlijkheid met Christus die ons te wachten staat (1 Petrus 5:10).
‘ geen aardse overvloed maar een geestelijke overvloed’
Maar ook als we binnen de context van Johannes 10 blijven, wordt er een contrast geschetst door iets tegenover overvloed te stellen:


Wie deze ‘andere schapen’ zijn, wordt duidelijk als we begrijpen wie bij ‘deze stal’ horen. De Heere Jezus geeft aan dat deze stal bestaat uit schapen die Hij kent en door Hem gekend worden. En wel op die manier, zoals de Vader Hem kent. Dat dit dus over gelovigen gaat, is overduidelijk. En ook als we verder lezen, wordt duidelijk dat dit niet het hele Joodse volk betreft, maar dat een deel van de Joden tot deze stal behoort, want tot de andere Joden zegt Hij:


Johannes 10:7-10
“Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben”

Johannes 16:33
In de wereld zult u verdrukking hebben, maar hebt goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.

‘Paulus waarschuwt mensen die rijk willen worden’
Paulus waarschuwt mensen die rijk willen worden voor de gevaren die daarbij horen en dat het zelfs tot afdwalen kan leiden:
1 Timotheüs 6:9-10
Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.
Paulus roept ons op om deze zaken te ontvluchten en ons te richten op ons Nieuwe Leven in Christus. Want in Christus zijn wij rijk in de zegeningen die Hij ons gegeven heeft en de hoop op de toekomst met Hem. Juist in die hoop mogen wij ons verblijden en mogen we Hem dankbaar zijn Die gekomen is om ons ‘het leven en de overvloed‘ te geven.