Bidden, hoe doe ik dat?
We worden in de Bijbel opgeroepen om altijd, overal en voor iedereen te bidden. Naast voorbede kent het gebed verschillende onderdelen zoals danken, roemen, proclameren en je zorgen bij God neerleggen. Toch vinden we het lastig om te bidden. We twijfelen of we wel het juiste bidden en worstelen met gebedsverhoring.
Leer ons bidden

De discipelen van Jezus vroegen zich af hoe en wat ze moesten bidden. De Heere Jezus geeft hun daarin een duidelijk antwoord.

Mattheus 6
9 Bidt u dan zo: Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. 10 Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde. 11 Geef ons heden ons dagelijks brood. 12 En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven. 13 En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.

Het gebed begint met groot maken van God, het zogenoemde roemen, daarna gaat het over in een combinatie van het uitspreken van de wensen, zorgen en de voorbede en aan het einde een proclamatie van geestelijke waarheden. Als je andere gebeden bekijkt, dan is dankbaarheid ook een vast element.

Filippenzen 4
6 Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; 7 en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.

Om het gemakkelijk te onthouden kun je deze elementen koppelen aan de vingers van je hand:

Danken (duim)
Spreek uit waar de dankbaar voor bent
Wensen (wijsvinger)
Laat al je wensen bekend worden bij God
Middelen (middelvinger)
Bemiddelen voor anderen, doe voorbede
Roemen (ringvinger)
Maak God groot voor wie Hij is en wat Hij heeft gedaan
Proclameren (pink)
Spreek Geestelijke waarheden uit

Paulus legt de nadruk op voorbede (middelen) en op dankzegging. Wanneer het gaat om voorbede, dan gaat het erom dat je God iets vraagt voor een ander. Denk daarbij in de eerste plaats aan geestelijke zaken, zoals geloofsgroei van je geloofsgenoten. Natuurlijk mag je bidden voor een vriend die rijexamen gaat doen, maar het is belangrijk te weten dat God gebeden verhoort als het naar Zijn wil is (1 Joh 5:14-15). Een pracht voorbeeld van voorbede en dankzegging vinden in de brief aan Kolosse.

Kolossenzen 1
9 Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, 10 zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God, 11 terwijl u met alle kracht bekrachtigd wordt, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen. 12 Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht.

Paulus heeft gehoord van het geloof dat de gemeente in Kolosse heeft en daarom gaat hij continu in gebed voor hen. Hij blijft God vragen om de gelovigen te vullen met de kennis van Gods wil en wel op die manier dat ze in de praktijk gaan wandelen zoals God dat wil. Paulus geeft ons hierin een voorbeeld. Ook hier vinden we dat Paulus naast voorbede ook de dankzegging niet vergeet.

Aan het einde van de brief wordt Epafras genoemd, hij is bij Paulus en komt uit Kolosse. Hij strijdt in gebed voor zijn geloofsgenoten.   

Kolossenzen 4
12 Epafras groet u, die er een van u is, een dienstknecht van Christus, die altijd voor u strijdt in de gebeden, opdat u, volmaakt en volkomen, vaststaat in heel de wil van God.

Ook Epafras doet voorbede en vraagt continu aan God dat zijn broeders en zusters in het centrum van Gods wil gaan staan en wandelen. Dit is een praktisch voorbeeld voor ons. Wij mogen ook continu bidden voor onze broeders en zusters. In de eerste plaats dus voor hun geestelijke groei en hun standhouden in geloof. Maar ook voor misstappen van medegelovigen mogen we bidden.

1 Johannes 5
16 Als iemand zijn broeder ziet zondigen, een zonde niet tot de dood, dan moet hij tot God bidden, en Hij zal hem het leven geven, namelijk aan hen die niet zondigen tot de dood. Er is een zonde tot de dood; daarvoor zeg ik niet dat hij moet bidden.

Jakobus 5
16 Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand.

Als we voor gelovigen bidden, dan gaat het in de eerste plaats over hun geestelijke leven. Ook worden we opgeroepen om voorbede te doen voor alle mensen (1 Tim 2:1-4). Voor ongelovigen en zelfs vijanden (Mattheüs 5:44). Voor hen zouden we bidden dat ze tot de kennis van de waarheid komen en zich bekeren. Als je daarbij denkt dat het geen zin heeft om voor hen te bidden, bedenk dan dat Paulus zelf eerst ook een vijand was van de gelovigen en hoe groot de omkering was in zijn leven doordat God ingreep.

Gebedsverhoring
We hebben gelezen dat we al onze zorgen en wensen bij God bekend mogen maken en dat we voor iedereen voorbede moeten doen. Tegelijk weten we ook dat niet alles wat we vragen verhoord zal worden. Hoe zit dat?

Jakobus 4
2 U verlangt naar iets en krijgt het niet. U benijdt anderen en beijvert u om dingen te bemachtigen en kunt ze niet krijgen. U maakt ruzie en voert strijd, maar u krijgt niet, omdat u niet bidt. 3 U bidt wel, maar u ontvangt niet, omdat u verkeerd bidt, met het doel het in uw hartstochten door te brengen.

Jakobus legt uit dat als je bidt met het doel om het voor je eigen lusten te gebruiken, dat God dat niet zal verhoren. Onze eigen hartstochten zijn dan ook niet in overeenstemming met Gods wil. Ook Petrus wijst ons op voorwaarden voor gebedsverhoring.

1 Petrus 3
10 Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die moet zijn tong weerhouden van het kwaad, en zijn lippen van het spreken van bedrog; 11 die moet zich afkeren van het kwaad en het goede doen; die moet vrede zoeken en die najagen. 12 Want de ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed; maar het aangezicht van de Heere is tegen hen die kwaad doen.

Petrus legt uit dat als je in de praktijk God niet dient en bezig bent met liegen of anderen kwaad aan doen, dat God dan niet naar je gebed luistert. God luistert naar mensen die in de praktijk ook naar Zijn wil leven. Dit is ook waar Paulus ons op wijst.

1 Timotheüs 2
8 Ik wil dan dat de mannen op alle plaatsen bidden met opheffing van heilige handen, zonder toorn en meningsverschil.

Paulus wijst ons hier op heilige handen en benoemt daarbij zonder toorn en meningsverschil. Daarmee bedoelt Paulus dat ons praktische leven in overeenstemming moet zijn met hoe God het bedoeld heeft. Is het dat niet, dan hoeven we ook niet verwachten dat Gods onze gebeden verhoort.

Tenslotte kunnen we ons afvragen of het noodzakelijk is om hardop te bidden om verhoord te worden. Gelukkig mogen we weten dat God de gedachten van de mensen kent (Psalm 139:2) en daarom is het niet strikt noodzakelijk om hardop te bidden.

Zijlijn
In 1 Timotheüs 2:8 staat zonder toorn en meningsverschil, maar in de grondtekst staat er zonder toorn en twijfel. Twijfel in de zin dat je niet in volle overgave God dient. Dit komt overeen met Jakobus 1:6-8 waar duidelijk wordt dat twijfelen betekent dat je probeert om zowel de wereld als God te dienen. Jakobus schrijft dat zo iemand niet moet denken dat hij iets van God zal ontvangen.

Lichaamshouding Als we bidden dan vouwen we onze handen en doen we onze ogen dicht. Vreemd genoeg komt dat zo niet voor in de Bijbel. Dit is waarschijnlijk in de middeleeuwen ontstaan. Wat wel veel voorkomt is het op je knieën gaan voor God, iets dat wij niet zo snel doen. Er wordt niet één specifieke lichaamshouding voorgeschreven in de Bijbel.

Wat belangrijk is om te onthouden is dat er allemaal verschillende lichaamshoudingen worden genoemd bij gebed. Het is niet zo dat het niks uitmaakt, want je lichaamshouding zou in overeenstemming moeten zijn met je gebed. Als je God iets smeekt, doe je dat waarschijnlijk buigend, knielend of zelfs liggend. En als je God groot maakt, dan doe je dat waarschijnlijk staand en met je armen uitgespreid. Maar het is niet zo dat God ons niet hoort als wij de juiste houding niet aannemen. Het bewijs hiervoor is dat er wel degelijk gebeden zijn verhoord, terwijl dat gedaan is met een on-Bijbelse lichaamshouding.

Tot slot We worden meermalen opgeroepen om altijd in gebed te zijn. Natuurlijk is dat praktisch niet haalbaar, maar de bedoeling is dat we geen gelegenheid onbenut laten om ons uit te spreken richting God. Als je daarin alle 5 elementen meeneemt, is het goed om je te beseffen dat voorbede onderdeel is van de geestelijke strijd die wij voeren. Paulus vraagt dan ook heel expliciet voorbede voor zichzelf.

Romeinen 15
30 En ik roep u ertoe op, broeders, door onze Heere Jezus Christus en door de liefde van de Geest, om samen met mij te strijden in de gebeden tot God voor mij,

Ook van Epafras lazen we al dat hij altijd aan het strijden was in gebed. Een voorbeeld voor ons, want gebed is het zevende element van onze geestelijke wapenrusting (Efeze 6:11-19).

 De oproep tot gebed geldt voor ons allemaal. Dankzij de Heilige Geest is de weg naar God altijd open. Je hebt er niet veel voor nodig, want je kunt het gewoon doen op de plaats waar je bent. Stel jezelf afhankelijk van God op, breng je zorgen bij Hem, spreek je dankbaarheid uit, getuig van wie Hij is, doe voorbede en maak Hem groot.

‘Laten wij dus met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden tot hulp op de juiste tijd (Hebreeën 4:16). ‘