Bijbeluitleg.nl

Inleiding

Johannes beschrijft in zijn evangelie dat de Heere Jezus de voeten wast van Zijn discipelen. Na die voetwassing zegt de Heere Jezus dat Hij dit tot voorbeeld heeft gedaan voor hen, zodat zij dit voorbeeld zouden volgen. We zien in de praktijk maar weinige gelovigen die elkaar letterlijk de voeten wassen, daaruit valt op te maken dat velen begrijpen dat het niet om het voetwassen op zich gaat, maar veel meer om dat wat er uitgebeeld wordt. Om het voorbeeld van de Heere Jezus dan goed te kunnen volgen, maakt het essentieel dat we ook precies verstaan wat Hij uitgebeeld heeft.

De Heere Jezus volgen in de voetwassing

Op het moment dat de Heere Jezus met Zijn twaalf discipelen het Pascha aan het vieren is, staat Hij op van de maaltijd om de voeten van Zijn discipelen te wassen.

Johannes 13

1 En voor het Paasfeest, toen Jezus wist, dat zijn ure gekomen was om uit deze wereld over te gaan tot de Vader,
heeft Hij de zijnen, die Hij in de wereld liefhad, liefgehad tot het einde.
2 En onder de maaltijd, toen de duivel reeds Judas, Simons zoon Iskariot, in het hart had gegeven Hem te verraden,
3 stond Hij, wetende, dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God uitgegaan was en tot God heenging, van de maaltijd op,
4 en Hij legde zijn klederen af en nam een linnen doek en omgordde Zich daarmede.
5 Daarna deed Hij water in het bekken en begon de voeten der discipelen te wassen, en af te drogen met de doek,
waarmede Hij omgord was.
6 Hij kwam dan bij Simon Petrus. Deze zeide tot Hem: Here, wilt Gij mij de voeten wassen?
7 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het later verstaan.
8 Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in eeuwigheid! Jezus antwoordde hem:
Indien Ik u niet was, hebt gij geen deel aan Mij.
de Statenvertaling online
9 Simon Petrus zeide tot Hem: Here , niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd!
10 Jezus zeide tot hem: Wie gebaad heeft , behoeft zich alleen de voeten te laten wassen, want hij is geheel rein;
en gijlieden zijt rein, doch niet allen.
11 Want Hij wist, wie Hem verraden zou ; daarom zeide Hij: Gij zijt niet allen rein.
12 Toen Hij dan hun voeten gewassen had en zijn klederen aangedaan en weder plaats genomen had, zeide Hij tot hen:
Begrijpt gij wat Ik u gedaan heb?
13 Gij noemt Mij Meester en Here , en gij zegt dat terecht, want Ik ben het.
14 Indien nu Ik, uw Here en Meester , u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen;
15 want Ik heb u een voorbeeld gegeven , opdat ook gij doet, gelijk Ik u gedaan heb.
16 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een slaaf staat niet boven zijn heer , noch een gezant boven zijn zender.
17 Indien gij dit weet, zalig zijt gij, als gij het doet.

Het afleggen van de kleren

De uitbeelding van hetgeen de Heere Jezus doet, begint feitelijk al in vers 4, waar geschreven staat de Heere Jezus opstond van de maaltijd en Zijn kleren aflegde. De uitbeelding eindigt in vers 12 waar geschreven staat dat de Heere Jezus eerst Zijn kleren weer aandeed en daarna vroeg of zij begrepen wat Hij gedaan had. Dit afleggen en opnemen van de kleren komt treffend overeen met vers 3, namelijk dat de Heere Jezus van God uitgegaan (kleren afleggen) was en weer tot God heen zou gaan (kleren aandoen). Verderop wordt deze stelling verder onderbouwd.

Toen de Heere Jezus zijn kleren afgelegd had, omgorde Hij zich met een linnen doek. Linnen klederen zijn een uitbeelding van heilige klederen in de Bijbel, maar in dit geval ging het om een doek en wel om een "Lention" dat gebruikt werd door knechten om hun werk te doen. De Heere Jezus beeldde hiermee uit dat Hij zich als dienstknecht opstelde ten opzicht van Zijn discipelen. Een pracht paralleltekst om hiernaast te leggen is:
de Statenvertaling online
Filippenzen 2
5 Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was; 6 Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn; 7 Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden;

Paulus roept ons op om dezelfde gezindheid te hebben zoals de Heere Jezus die had, namelijk de weg van vernedering te gaan. De Heere Jezus had de heerlijkheid van het Gode gelijk zijn, maar Hij heeft Zichzelf ontledigd en heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen. Ditzelfde beeldde de Heere Jezus uit door Zijn kleren af te leggen en de linnen doek om te doen.

Het afleggen van Zijn kleren wijst op het afleggen van Zijn heerlijkheid


De linnen doek werd door de Heere Jezus ook gebruikt om de voeten van de discipelen af te drogen, nadat ze gewassen waren. Het grondwoord dat hier staat is het woord "ek'masso" en dat betekent: afvegen of uitwissen. Dit beeldt uit dat de Heere Jezus zijn gestalte van een dienstknecht gebruikt om van zijn discipelen de vuiligheid af te vegen. Hij gebruikte Zijn menselijke lichaam om onze zonden uit te wissen en dat vinden we precies terug in de volgende woorden van Petrus:

de Statenvertaling online
1 Petrus 2
24 Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen zijt.

Petrus is juist diegene die tegen de Heere Jezus zei dat de Heere Jezus niet zijn voeten mocht wassen in de eeuwigheid. De Heere Jezus legde hem uit dat hij het later zou verstaan, en dat als de Heere Jezus niet de voeten waste, dat Petrus dan geen deel met Hem had. Er is dus een direct verband tussen het voetwassen en het deel hebben met de Heere Jezus. Johannes legt dat als volgt uit:

de Statenvertaling online
1 Johannes 1
6 Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, zo liegen wij, en doen de waarheid niet.7 Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.

Het bloed van de Jezus Christus reinigt ons van alle zonde als wij gemeenschap met Hem hebben. Als wij in het licht wandelen (dat doet men met de voeten), dan hebben wij deel met Hem.

Reiniging door de Heere Jezus

Doordat wij deel aan de Heere Jezus hebben, worden we gereinigd. De Heere Jezus legt aan Petrus uit dat hij niet helemaal gewassen hoeft te worden, maar dat enkel zijn voeten gewassen hoeven te worden. Want Petrus was geheel rein. De onderbouwing hiervoor geeft de Heere Jezus in de gelijkenis van de wijnstok:

de Statenvertaling online Johannes 15
2b En al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage.
3 Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.

En ook Paulus legt uit dat wij gereinigd zijn door het Woord, namelijk met het bad des Waters:

de Statenvertaling online Efeze 5
25 Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven voor haar heeft overgegeven;
26 Opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord;

Wij zijn dus rein door het Woord van de God, omdat dit een reinigende werking heeft. Echter, dat was voor Judas niet het geval, want hij was niet geheel rein. Dit bepaalt ons erbij dat het Woord wel met geloof gemengd moet worden om ons rein te maken.

Bij de voetwassing worden de voeten gereinigd, terwijl de discipelen geheel rein zijn. Bij de vergelijking met de wijnstok worden zij die vrucht dragen, gereinigd, terwijl ze rein zijn. Er wordt bij vermeld waaróm: opdat wij meer vrucht zouden dragen.

Nadat de Heere Jezus de voeten gewassen had, nam Hij zijn kleren weer op en legde daarna uit dat Hij hun Meester was en toch hun de voeten gewassen had. Als er iets is wat de Heere Jezus aflegde om dienstknecht te worden wat Hij daarna weer tot zich nam, dan is het Zijn heerlijkheid:

de Statenvertaling online Johannes 17
25 En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.

En dat brengt nogmaals terug bij Filippenzen 2, waar Paulus schrijft:

de Statenvertaling online Filippenzen 2
5 Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was; 6 Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn; 7 Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; 8 En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises. 9 Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen naam is; 10 Opdat in den Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn. 11 En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders.

De Heere Jezus is de uiterste vernedering ondergaan om daarna de Naam boven alle naam te ontvangen. Hij is gezet in de heerlijkheid die Hij eerst zelf had afgelegd. Dit bepaald ons er nogmaals bij dat het voetwassen zelf wijst op de periode van vernedering in de gedaante van een dienstknecht.

In de Hebreeën brief worden wij erbij bepaald dat dit een eenmalige vernedering was, om de zonde teniet te doen (Hebreeën 9:26). Zo lezen we ook dat de Heere Jezus eenmaal de voeten van de discipelen waste. Dat heeft Hij eenmaal volbracht, zodat wij gereinigd worden door Zijn bloed. Of, zoals Hebreeën 1:3 kernachtig verwoordt: "Hij heeft de reinigmaking van onze zonden door Zichzelf teweeggebracht voordat Hij gezeten is aan de rechterhand van God"

Enerzijds is de voetwassing dus een pracht van uitdrukking van het volbrachte werk van onze Verlosser, maar anderzijds is het ook een oproep aan ons om Zijn voorbeeld te volgen. De Heere Jezus zei: "Als Ik dan, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, moet ook u elkaars voeten wassen". Ook Paulus roept ons op om dezelfde gezindheid te hebben als de Heere Jezus die zichzelf vernederde. En ook Petrus schrijft hierover:

de Statenvertaling online 1 Petrus 2
21 Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen;

Petrus heeft het in dit gedeelte over de gelovige die net als de Heere Jezus het lijden zou ondergaan. Paulus bepaalt ons meer bij het aspect van vernedering, maar beide komen neer op: "met nederigheid en lijdzaamheid onze weg te gaan". De voetwassing wijst op onze houding ten opzichte van onze broeder en zusters en dat wij dus onszelf niet zouden behagen, net zoals dat terugkomt in Romeinen:

de Statenvertaling online Romeinen 15
1 Maar wij, die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden der onsterken te dragen, en niet onszelven te behagen. 2 Dat dan een iegelijk van ons zijn naaste behage ten goede, tot stichting. 3 Want ook Christus heeft Zichzelven niet behaagd, maar gelijk geschreven is: De smadingen dergenen, die U smaden, zijn op Mij gevallen.

Elkaar de voeten wassen, wijst op nederigheid voor elkaar


Er zijn vele parallelgedeeltes die over hetzelfde spreken en er is daarbij één kenmerk dat sterk naar voren komt, namelijk liefhebben zoals de Heere Jezus ons liefgehad heeft (Efeziërs 5:2). Op een andere plaats legt Johannes uit dat de liefde van Christus tot uitdrukking gekomen is Zijn overgave voor ons:

de Statenvertaling online 1 Johannes 3
16 Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld heeft; en wij zijn schuldig voor de broeders het leven te stellen.

En ook hier wordt het verband gelegd tussen het werk van Christus en dat wij verantwoordelijk zijn om Zijn voorbeeld te volgen. Wij kunnen elkaar dus de voeten wassen door ons nederig op te stellen ten opzichte van elkaar, en elkaar lief te hebben en elkaar te vergeven. Al deze aspecten komen in het voorbeeld van onze Heere Jezus terug.

Nadat de Heere Jezus het kruis verdragen had, is Hij verhoogd tot Gods Rechterhand en is daar nu onze Koning en Hogepriester in de eeuwigheid. En ook dit was een onderdeel bij de voetwassing dat uitgebeeld werd door het weer aannemen van Zijn kleren. Ook dit aspect moeten we niet uit het oog verliezen:
de Statenvertaling online Hebreeen 12
1 Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is; 2 Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechter hand des troons van God.

En daarin is het beeld van de voetwassing compleet, want wij zouden uitzien op de heerlijkheid die ons voorgesteld is en tegelijk met lijdzaamheid Hem volgen.